Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BI9233

Datum uitspraak2009-06-19
Datum gepubliceerd2009-06-23
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers08/5532 WIA
Statusgepubliceerd


Indicatie

Niet verschoonbare termijnoverschrijding indienen bezwaarschrift. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat appellant zijn beroepschrift bij de rechtbank niet tijdig heeft ingediend en dat dit niet verschoonbaar was, zodat appellant niet in zijn beroep kan worden ontvangen.


Uitspraak

08/5532 WIA Centrale Raad van Beroep Enkelvoudige kamer U I T S P R A A K op het hoger beroep van: [Appellant], wonende te [woonplaats] (hierna: appellant), tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht van 29 juli 2008, 07/1815 (hierna: aangevallen uitspraak), in het geding tussen: appellant en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv). Datum uitspraak: 19 juni 2009 I. PROCESVERLOOP Appellant heeft hoger beroep ingesteld. Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 8 mei 2009. Appellant is niet verschenen. Het Uwv was vertegenwoordigd door J. Kouveld. II. OVERWEGINGEN 1. De rechtbank heeft bij de aangevallen uitspraak het beroep van appellant gericht tegen het besluit van 4 mei 2007 – waarbij het Uwv het bezwaar van appellant gericht tegen zijn besluit van 21 december 2006 niet-ontvankelijk heeft verklaard wegens het te laat indienen van een bezwaarschrift – niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank is in de aangevallen uitspraak tot het oordeel gekomen dat het beroepschrift tegen het besluit van 4 mei 2007 niet tijdig is ingediend en dat hetgeen appellant heeft aangevoerd onvoldoende reden geeft om het niet tijdig indienen van het beroepschrift verschoonbaar te achten. 2. Appellant heeft in hoger beroep in essentie herhaald hetgeen hij reeds in beroep naar voren heeft gebracht. 3.1. Naar het oordeel van de Raad heeft de rechtbank de in hoger beroep herhaalde gronden afdoende besproken en genoegzaam gemotiveerd waarom die gronden niet slagen. De Raad onderschrijft de overwegingen van de rechtbank volledig. 3.2. Hetgeen appellant heeft aangevoerd omtrent de reden van het niet tijdig indienen van zijn bezwaarschrift gericht tegen het besluit van 21 december 2006 doet aan het vorenstaande niet af. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat appellant zijn beroepschrift bij de rechtbank niet tijdig heeft ingediend en dat dit niet verschoonbaar was, zodat appellant niet in zijn beroep kan worden ontvangen. Voor een beoordeling van het door appellant in beroep aangevochten besluit van 4 mei 2007 is in zo’n geval geen plaats. 3.3. Het hoger beroep treft mitsdien geen doel. De aangevallen uitspraak dient dan ook te worden bevestigd. 3.4. De Raad acht geen termen aanwezig om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht. III. BESLISSING De Centrale Raad van Beroep; Recht doende: Bevestigt de aangevallen uitspraak. Deze uitspraak is gedaan door J. Brand. De beslissing is, in tegenwoordigheid van A.E. van Rooij als griffier, uitgesproken in het openbaar op 19 juni 2009. (get.) J. Brand. (get.) A.E. van Rooij. JL